Uitspraak
18.5901 PW
10 oktober 2018, 18/731 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant ontving van 6 juli 2015 tot en met 31 juli 2017 bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Naar aanleiding van een anonieme melding dat appellant zwart werkte, heeft de gemeente Hengelo een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant bedragen op zijn bankrekening had ontvangen en via Western Union had ontvangen, die hij niet had gemeld bij het college. Het college heeft daarop besloten om de bijstand van appellant over een periode van veertien maanden te herzien en een bedrag van € 15.573,41 terug te vorderen. Appellant stelde dat de ontvangen bedragen leningen waren die hij moest terugbetalen en dat hij de inlichtingenverplichting niet had geschonden. De Raad oordeelde echter dat de ontvangen bedragen als inkomen moesten worden aangemerkt en dat appellant de inlichtingenverplichting had geschonden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.