ECLI:NL:CRVB:2021:1206
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Indicatie banenafspraak door het Uwv wegens mogelijkheid tot verdienen van het minimumloon
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland. Appellant, die een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, had een aanvraag ingediend voor een Indicatie banenafspraak bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Deze aanvraag werd afgewezen omdat appellant in staat werd geacht het wettelijk minimumloon te kunnen verdienen door het uitvoeren van een drempelfunctie. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen van het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om aan de conclusies van de verzekeringsartsen te twijfelen.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij met zijn beperkingen niet in staat is om een drempelfunctie uit te voeren en dat het onderzoek door het Uwv onzorgvuldig is geweest. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellant zijn stellingen niet voldoende heeft onderbouwd en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat appellant niet in aanmerking komt voor de Indicatie banenafspraak.
De uitspraak bevestigt dat de Centrale Raad van Beroep de eerdere beslissing van de rechtbank Gelderland bekrachtigt, waarbij het beroep van appellant ongegrond werd verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.