Uitspraak
19 4505 ZW
PROCESVERLOOP
mr. N. Ҫiçek, advocaat, zal optreden als gemachtigde.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 januari 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. Appellant had zich ziek gemeld met rugklachten en ontving een Ziektewet (ZW) uitkering. Het Uwv beëindigde deze uitkering op basis van een medisch onderzoek, waaruit bleek dat appellant in staat was om te werken als inpakker, ondanks zijn rugklachten en een licht verstandelijke beperking. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Appellant herhaalde in hoger beroep zijn standpunt dat zijn belastbaarheid was overschat en dat zijn klachten waren toegenomen. De Raad bevestigde echter de eerdere uitspraak, oordelend dat het medisch onderzoek adequaat was en dat appellant geschikt werd geacht voor de aan de EZWb ten grondslag gelegde functie van inpakker. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank zonder veroordeling in proceskosten.