ECLI:NL:CRVB:2021:1117
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep is ingetrokken omdat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 18 juni 2020 geheel aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. De Centrale Raad van Beroep moest nog beslissen over de kosten die appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep heeft gemaakt, evenals over de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn in de rechterlijke fase met meer dan één jaar is overschreden. Dit leidde tot de conclusie dat de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid) moet worden veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade aan appellante tot een bedrag van € 1.500,-. Daarnaast is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 2.710,06. De proceskosten voor het verzoek om schadevergoeding zijn begroot op € 267,-. De uitspraak is gedaan op 6 mei 2021.