ECLI:NL:CRVB:2021:1068
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van eerder besluit inzake bijstandsverlening en nieuw feit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die sinds 29 juni 2009 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand, had verzocht om terug te komen van een eerder besluit van het college van burgemeester en wethouders van Maassluis, dat zijn bijstand had ingetrokken en kosten had teruggevorderd. Appellant stelde dat er sprake was van een nieuw feit, omdat hij in 2014 was vrijgesproken van uitkeringsfraude. Het college had dit verzoek afgewezen, stellende dat het arrest van het hof geen nieuw feit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Tijdens de zittingen is besproken of het college in strijd heeft gehandeld met artikel 7:4, tweede lid, van de Awb door niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de gemachtigde van appellant te verstrekken. De Raad oordeelde dat de stukken waar appellant om vroeg, geen betrekking hadden op de huidige zaak, maar op eerdere procedures. Hierdoor heeft het college niet in strijd met de Awb gehandeld. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank, voor zover deze was aangevochten, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de Awb en de voorwaarden waaronder een verzoek om herziening kan worden gedaan, evenals de noodzaak voor bestuursorganen om transparant te zijn in hun besluitvorming.