ECLI:NL:CRVB:2021:1043
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van Professional Development-status en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. Appellante, die een Professional Development (PD)-status had, was van mening dat zij ten onrechte niet in aanmerking was gekomen voor de Management Development (MD)-status binnen de Koninklijke Marechaussee (KMar). De Raad oordeelde dat de commandant van de KMar op goede gronden had besloten om appellante met een PD-status op te nemen in het MD-bestand. De Raad volgde appellante niet in haar standpunt dat de commandant onvoldoende uitleg had gegeven over haar uitsluiting van de MD-status. De commandant had zich gebaseerd op een assessmentrapport en de aanbevelingen van de MD-Raad, en had voldoende objectieve redenen om de PD-status aan appellante toe te kennen.
Daarnaast heeft de rechtbank in de eerdere uitspraak een schadevergoeding van € 1.000,- toegekend aan appellante wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De Raad bevestigde deze schadevergoeding, maar oordeelde dat de rechtbank met juistheid een bedrag van € 500,- per half jaar had vastgesteld. Appellante had betoogd dat de overschrijding van de redelijke termijn haar werk bij de KMar had beïnvloed, maar de Raad vond geen bijzondere feiten die deze claim ondersteunden. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.