ECLI:NL:CRVB:2021:1011
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering wegens arbeidsvermogen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een Wajong-uitkering aan appellant, die lijdt aan narcolepsie en kataplexie. Appellant had in 2017 een Wajong-uitkering aangevraagd, maar het Uwv had deze aanvraag afgewezen op basis van het oordeel dat appellant over arbeidsvermogen beschikt. De rechtbank Rotterdam had het bezwaar van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij vanwege zijn aandoeningen niet in staat is om aaneengeschakeld te werken en dat hij niet over basale werknemersvaardigheden beschikt. De Raad heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat er geen reden is om te twijfelen aan de medische beoordeling. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in staat is om instructies te begrijpen, te onthouden en uit te voeren, en dat hij in staat is om gedurende ten minste een uur aaneengeschakeld te werken. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat appellant niet als jonggehandicapte kan worden aangemerkt, omdat hij beschikt over arbeidsvermogen. De Raad heeft ook aangegeven dat de vergelijking met een eerdere uitspraak niet opgaat, omdat de beoordelingscriteria verschillen. De uitspraak is gedaan door A.T. de Kwaasteniet, met G.S.M. van Duinkerken als griffier.