ECLI:NL:CRVB:2020:577
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Wajong-uitkering en toepassing van de hardheidsclausule
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Betrokkene, die sinds 21 juli 2003 een Wajong-uitkering ontvangt, had verzocht om haar uitkering te mogen exporteren naar België. Dit verzoek werd door het Uwv afgewezen, waarna betrokkene in beroep ging. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het besluit van het Uwv, maar het Uwv ging in hoger beroep. De Raad oordeelde dat er geen medische noodzaak was voor betrokkene om naar België te verhuizen en dat de gewenste begeleiding ook in Nederland kon worden geboden. De Raad concludeerde dat het Uwv voldoende gemotiveerd had dat er geen zwaarwegende redenen waren voor het toepassen van de hardheidsclausule. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.