ECLI:NL:CRVB:2020:54
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening studiefinanciering op basis van woonsituatie en controleursrapport
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de herziening van de studiefinanciering van appellante, die sinds 1 september 2015 studiefinanciering ontving op basis van de Wet studiefinanciering 2000. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op basis van een rapport van controleurs, die de woonsituatie van appellante hebben onderzocht, besloten om haar studiefinanciering te herzien en haar als thuiswonende studerende aan te merken. Dit leidde tot een terugvordering van een bedrag van € 4.132,96.
De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de bevindingen van het huisbezoek voldoende feitelijke grondslag boden voor het standpunt van de minister. Appellante heeft in hoger beroep herhaald dat de controleurs onterecht hebben geconcludeerd dat zij niet op haar brp-adres woonde. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante geen wezenlijk nieuwe argumenten heeft aangedragen en dat de rechtbank op juiste wijze heeft geoordeeld. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.