ECLI:NL:CRVB:2020:454
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van zorgprofiel voor appellant in het kader van de Wet langdurige zorg
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, geboren in 1933, heeft een indicatie aangevraagd voor een hoger zorgprofiel vanwege zijn psychogeriatrische en lichamelijke klachten. Het CIZ had eerder vastgesteld dat de appellant in aanmerking kwam voor het zorgprofiel VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg, maar de appellant betwistte dit en vroeg om een indicatie voor een zorgprofiel met zeer intensieve zorg. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het advies van een medisch adviseur en de conclusies van een huisbezoek. De Raad concludeert dat het CIZ op goede gronden heeft geoordeeld dat het zorgprofiel VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg het best passend is voor de appellant. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.