ECLI:NL:CRVB:2020:43
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van toelage bezwarende omstandigheden voor ambtenaar werkzaam in ondernemingsraad
Op 9 januari 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van een ambtenaar die in hoger beroep ging tegen een beslissing van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft de beëindiging van een toelage voor bezwarende omstandigheden, die aan de appellant was toegekend tijdens zijn werkzaamheden voor de ondernemingsraad. De appellant was sinds 1 januari 2014 fulltime werkzaam voor de ondernemingsraad en voerde geen werkzaamheden meer uit die onder bezwarende omstandigheden vielen. De minister had eerder besloten de toelage te beëindigen, wat de appellant aanvocht. De Raad oordeelde dat de minister niet verplicht was de toelage door te betalen, aangezien de appellant geen werkzaamheden meer verrichtte die recht gaven op de toelage. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die het beroep van de appellant ongegrond had verklaard. De Raad benadrukte dat de toelage enkel wordt toegekend op basis van feitelijk verrichte werkzaamheden onder bezwarende omstandigheden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met B.J. van de Griend als voorzitter, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.