ECLI:NL:CRVB:2020:3526
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- E.M. Welling
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake wijziging ouderdomspensioenen naar norm gehuwde; duurzaam gescheiden leven
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen de besluiten van de Sociale verzekeringsbank (Svb) die hun ouderdomspensioenen hebben gewijzigd naar de norm voor gehuwden. Appellanten, die sinds 1975 gehuwd zijn maar sinds 1997 niet meer samenwonen, hebben in 2011 en 2016 elk een ouderdomspensioen op grond van de AOW ontvangen, aanvankelijk naar de norm voor ongehuwden. De Svb heeft in 2018, na een onderzoek naar hun leefsituatie, geconcludeerd dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, wat leidde tot de wijziging van hun pensioenen naar de norm voor gehuwden. De rechtbanken hebben de beroepen van appellanten ongegrond verklaard, waarbij zij de financiële verwevenheid tussen appellanten als doorslaggevend hebben beschouwd. Appellanten zijn het niet eens met deze oordelen en stellen dat zij wel degelijk duurzaam gescheiden leven, onderbouwd door hun financiële onafhankelijkheid en het feit dat zij ieder hun eigen leven leiden.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en verwijst naar zijn eerdere rechtspraak over het begrip duurzaam gescheiden leven. De Raad concludeert dat, ondanks de feitelijke scheiding van woningen, de financiële verbondenheid en de gezamenlijke activiteiten van appellanten wijzen op een blijvende echtelijke samenleving. De Raad oordeelt dat appellanten niet hebben aangetoond dat zij duurzaam gescheiden leven, en bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbanken. De uitspraak is gedaan op 16 december 2020, waarbij de Raad geen aanleiding ziet voor een veroordeling in de proceskosten.