ECLI:NL:CRVB:2020:3493
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante. Appellante, die lijdt aan het Ehlers-Danlos syndroom en andere psychische aandoeningen, had haar uitkering op 15 september 2015 beëindigd gezien door het Uwv, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam vernietigd, omdat er onvoldoende medische grondslag was voor de beëindiging van de uitkering. De deskundigenrapporten, met name van psychiater drs. J. Blank-Contant, gaven aan dat appellante op de datum in geding niet belastbaar was met arbeid, wat leidde tot de conclusie dat het Uwv ten onrechte de uitkering had beëindigd. Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat de redelijke termijn voor de procedure was overschreden, wat resulteerde in een schadevergoeding van € 1.500,- aan appellante. De proceskosten van appellante zijn ook vergoed, in totaal € 3.412,50. De uitspraak benadrukt het belang van deskundigenrapporten in het bestuursrecht en de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van medische gegevens.