3.2.Het Uwv heeft verzocht de aangevallen uitspraak te bevestigen.
4. De Raad oordeelt als volgt.
4.1.1.Op 1 januari 2015 is artikel III, met uitzondering van de onderdelen J, K, L en N, van de Invoeringswet Participatiewet (Staatsblad 2014, 270 en 271) in werking getreden. Per 1 januari 2015 is ook het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Schattingsbesluit) aangepast (Besluit van 8 oktober 2014, Stb. 2014, 359). Op grond van artikel III, onderdeel O, van de Invoeringswet Participatiewet is artikel 3:8a aan de Wajong toegevoegd. Op grond van artikel III, onderdeel P, van de Invoeringswet Participatiewet is artikel 8:10b aan de Wajong toegevoegd.
4.1.2.Op grond van artikel 8:10b, eerste lid, van de Wajong stelt het Uwv vast of de jonggehandicapte met een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of meer, geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft als bedoeld in artikel 3:8 van de Wajong.
4.1.3.Artikel 3:8, eerste lid, van de Wajong bepaalt dat de arbeidsongeschiktheidsuitkering per dag, de zaterdagen en zondagen niet meegerekend, bij een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer 75% van de grondslag bedraagt.
4.1.4.Op 1 januari 2018 is artikel III, onderdeel N, van de Invoeringswet Participatiewet (Staatsblad 2014, 270 en 271) in werking getreden. Dit artikel bepaalt dat in artikel 3:8, eerste lid, van de Wajong ‘75%’ wordt vervangen door: ‘70%’.
4.1.5.In afwijking van artikel 3:8, eerste lid, van de Wajong bepaalt artikel 3:8a, eerste lid, van de Wajong dat de arbeidsongeschiktheidsuitkering per dag bij een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer 75% van de grondslag bedraagt, indien de jonggehandicapte duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. Ingevolge het derde lid wordt de jonggehandicapte die op 1 januari 2018 geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft geacht op die dag duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie te hebben.
4.1.6.Voorgaande wetsbepalingen hebben tot gevolg dat de arbeidsongeschiktheidsuitkering van appellante met ingang van 1 januari 2018 diende te worden verlaagd van 75% naar 70% van het minimumloon, indien zij op die datum mogelijkheden tot arbeidsparticipatie had.