ECLI:NL:CRVB:2020:3422
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Hillen
- M.F. Wagner
- P.J. Huisman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting en opleggen van een bestuurlijke boete
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die van 28 september 1997 tot en met 13 maart 2014 bijstand ontvingen, en sinds 23 juli 2015 bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn heeft na een onderzoek vastgesteld dat appellanten hun inlichtingenverplichting hebben geschonden door niet te melden dat zij inkomsten uit de verkoop van scooteronderdelen en gereedschappen hadden, alsook winst uit gokken. Het college heeft daarop besloten de bijstand met terugwerkende kracht in te trekken en een boete op te leggen.
De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellanten tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. Appellanten hebben hiertegen hoger beroep ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 15 december 2020 geoordeeld dat het college terecht heeft vastgesteld dat appellanten de inlichtingenverplichting hebben geschonden. De Raad benadrukt dat de bewijslast voor de rechtmatigheid van de bijstand bij het college ligt, maar dat appellanten zelf verantwoordelijk zijn voor het aanleveren van relevante informatie. De Raad concludeert dat appellanten niet hebben aangetoond dat zij recht hadden op bijstand, en bevestigt de beslissing van de rechtbank.
De opgelegde boete is ook in stand gehouden, omdat appellanten niet hebben aangetoond dat er geen verwijtbaarheid was voor de schending van de inlichtingenverplichting. De Raad heeft vastgesteld dat appellanten de boete volledig hebben afgelost en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.