Uitspraak
18.1483 PW
OVERWEGINGEN
€ 663,07 met toepassing van artikel 58, vierde lid, van de PW verrekend met de vanaf april 2017 uit te betalen bijstand. Aan het bestreden besluit heeft het college het volgende ten grondslag gelegd. Door geen melding te maken van de kasstorting, de bijschrijvingen en de aanschaf van de auto heeft appellante de op haar rustende inlichtingenverplichting geschonden. Als gevolg daarvan heeft appellante te veel bijstand ontvangen. De kasstorting van € 2.000,- in september 2016 wordt als inkomen aangemerkt. De bijschrijvingen van X in november en december 2016 worden voor een maandelijks bedrag van € 350,- als een reële bijdrage voor kost en inwoning buiten beschouwing gelaten en het meerdere wordt als inkomen aangemerkt dat op de bijstand in die maanden in mindering wordt gebracht. Daarnaast heeft appellante geen verifieerbare gegevens overgelegd over de herkomst van het aankoopbedrag voor de aanschaf van de auto in januari 2017. Hiermee heeft zij geen duidelijkheid verschaft over haar financiële positie, waardoor haar recht op bijstand in die maand niet kan worden vastgesteld.