ECLI:NL:CRVB:2020:3379

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 december 2020
Publicatiedatum
23 december 2020
Zaaknummer
19/5133 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet ongegrond tegen niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht

Op 11 december 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/5133 AOW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant, woonachtig in Marokko, had verzocht om een nieuwe nota voor de voldoening van het griffierecht, maar heeft in het verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een andere beoordeling van zijn situatie. De wet biedt geen mogelijkheid om een nieuwe termijn voor betaling van het griffierecht te verlenen. De Centrale Raad van Beroep heeft daarom het verzet ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan in een enkelvoudige kamer, waarbij J.C. Boeree als voorzitter en R. van Doorn als griffier optraden. De uitspraak is openbaar gedaan.

Uitspraak

Datum uitspraak: 11 december 2020
19/5133 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 november 2019, 19/282 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: J.C. Boeree
Griffier: R. van Doorn
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 8 mei 2020 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
In verzet heeft appellant verzocht hem een nieuwe nota voor voldoening van het griffierecht toe te zenden.
Appellant heeft in verzet geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. De wet biedt geen mogelijkheid om appellant een nieuwe termijn voor betaling van het griffierecht te gunnen.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) R. van Doorn (getekend) J.C. Boeree

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale) déclare l’opposition non fondé.
Par conséquent, décidée par J.C. Boeree en présence de R. van Doorn en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 11 décembre 2020.