ECLI:NL:CRVB:2020:3378

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 december 2020
Publicatiedatum
23 december 2020
Zaaknummer
20/985 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet-betaald griffierecht in verband met betalingsonmacht door Coronavirus situatie

Op 11 december 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/985 ANW-V. Deze uitspraak betreft een hoger beroep van appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 januari 2020, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Appellante, woonachtig in Marokko, heeft aangegeven dat zij geen inkomsten heeft en niet in staat is het griffierecht van € 131,- te betalen. In de periode na half maart 2020 was er door de coronamaatregelen weinig tot geen vliegverkeer mogelijk tussen Nederland en Marokko, waardoor appellante mogelijk niet in de gelegenheid was om tijdig een beroep op betalingsonmacht te doen. De Raad heeft vastgesteld dat de nota en betalingsherinnering aan appellante zijn verstuurd, maar dat de omstandigheden rondom de coronamaatregelen een rol hebben gespeeld in haar betalingsonmacht. Hierdoor heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van 25 juni 2020 vervallen verklaard en het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.

Uitspraak

Datum uitspraak: 11 december 2020
20/985 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 januari 2020, 19/2525 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: J.C. Boeree
Griffier: R. van Doorn
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 25 juni 2020 heeft de Raad het hoger beroep van appellante tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
Appellante heeft bij brief van 14 juli 2020 te kennen gegeven dat zij geen inkomsten heeft en niet in staat is het bedrag van € 131,- aan griffierecht te betalen. Dit heeft zij herhaald in haar verzetschrift.
De Raad heeft appellante op 14 maart 2020 een nota voor voldoening van het griffierecht toegezonden. Op 14 april 2020 is per aangetekende post een betalingsherinnering gestuurd. Appellante heeft in een brief van 14 juli 2020 meegedeeld dat zij niet in staat is het griffierecht te voldoen. Zij heeft een kopie van de betalingsherinnering bij deze brief gevoegd. In de periode na half maart 2020 is er in verband met de situatie rondom het Coronavirus weinig tot geen vliegverkeer mogelijk geweest tussen Nederland en Marokko. In deze periode zijn de nota en betalingsherinnering aan appellante verstuurd. Gelet hierop kan niet worden uitgesloten dat appellante niet in de gelegenheid is geweest om binnen de gestelde termijn een beroep op betalingsonmacht te doen. Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 25 juni 2020 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) R. van Doorn (getekend) J.C. Boeree