Uitspraak
18.6017 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. Appellante, die bijstand ontving op basis van de Participatiewet, had haar aanvraag om bijstand opnieuw ingediend na eerdere afwijzingen. De aanvraag werd afgewezen omdat appellante niet voldoende duidelijkheid had gegeven over haar financiële situatie voorafgaand aan de aanvraag. De Raad oordeelde dat de herkomst en omvang van de contante gelden die appellante volgens eigen verklaring had, niet konden worden vastgesteld. Dit was cruciaal voor de beoordeling van haar recht op bijstand.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante onvoldoende bewijs had geleverd van haar financiële situatie, ondanks dat zij had verklaard dat zij leningen had ontvangen van familieleden. De rechtbank had het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad benadrukte dat het aan de aanvrager is om de nodige gegevens te overleggen voor een goede beoordeling van de aanvraag. Aangezien appellante niet aan deze verplichting had voldaan, werd het hoger beroep afgewezen en het verzoek om schadevergoeding eveneens afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en het verstrekken van objectieve en verifieerbare gegevens bij aanvragen voor bijstand, vooral in situaties waar de financiële situatie onduidelijk is.