ECLI:NL:CRVB:2020:3165
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. Y.N. Teke-Bozkurt, het hoger beroep ingetrokken omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 1 mei 2020 volledig aan haar bezwaren tegemoet is gekomen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 december 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel van 2 januari 2017. De Raad heeft de proceskosten van appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep toegewezen aan het Uwv, begroot op € 1.050,- voor de eerste instantie en € 1.312,50 voor het hoger beroep. Daarnaast is er een schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn van € 1.000,-, omdat de totale procedure meer dan vier jaar heeft geduurd, wat in strijd is met de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
De Raad heeft ook de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) als partij aangemerkt in verband met het verzoek om schadevergoeding. De totale kosten die het Uwv aan appellante moet vergoeden, inclusief de schadevergoeding en proceskosten, bedragen € 3.511,29. De uitspraak is openbaar uitgesproken door S.B. Smit-Colenbrander, met K.R. van Renswoude als griffier.