Uitspraak
OVERWEGINGEN
IBT-docent in de operationele uitvoeringspraktijk, zonder dat zij beschikten over een allround politiediploma. De rechtbank concludeert dat de korpschef betrokkenen had moeten plaatsen in de functie van Operationeel Begeleider B.
functie-eisen (o.a. politie-diploma).
LFNP-functiebeschrijving, een executieve functie is. Naast begeleidingstaken, zoals een docent B die ook verricht, voert een Operationeel Begeleider B in voorkomende gevallen tevens, en anders dan de docent B, zelfstandig operationele politietaken uit. Het diplomavereiste, dat met instemming van het CGOP is vastgesteld, is daarom legitiem, waarbij in aanmerking moet worden genomen dat aan de korpschef een ruime vrijheid toekomt bij het bepalen van de inrichting van zijn organisatie. Dat er een overlap bestaat tussen de door een docent B en de door een Operationeel Begeleider B verrichte werkzaamheden en dat het executieve optreden van de Operationeel Begeleider B in de praktijk thans nog relatief weinig voorkomt, is ontoereikend om tot een ander oordeel te komen, nu het uitdrukkelijk wel de bedoeling van de korpschef is om de organisatie op de hier beschreven wijze in te richten en nu juist daarom de functie van Operationeel Begeleider B als executieve functie is ingericht.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond.