Uitspraak
17.5978 ZW
OVERWEGINGEN
7 september 2015 heeft hij zich ziek gemeld met arm- en rugklachten. Het Uwv heeft appellant een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) toegekend. Op 29 december 2015 heeft appellant het spreekuur bezocht van een arts van het Uwv. Deze arts heeft bij appellant geen veranderingen in de belastbaarheid kunnen vaststellen ten opzichte van de WIA‑beoordeling en heeft appellant per 30 december 2015 geschikt geacht voor het vervullen van de destijds geselecteerde functies van productiemedewerker (samenstellen van producten), inpakker (handmatig) en productiemedewerker metaal en elektro-industrie (eenvoudige machines bedienen). Vervolgens heeft het Uwv bij besluit van 29 december 2015 vastgesteld dat appellant per 30 december 2015 geen recht meer heeft op ziekengeld. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 14 maart 2016 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 14 maart 2016 ten grondslag. Deze arts heeft appellant in staat geacht in ieder geval de functie van inpakker (handmatig) te verrichten.