ECLI:NL:CRVB:2020:299
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor kosten van het verhelpen van lekkage zonder bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, eigenaar van een woning, had op 25 oktober 2016 bijzondere bijstand aangevraagd voor kosten in verband met een waterlekkage. De kosten, ter hoogte van € 82,85, waren gemaakt voor een onderzoek naar de lekkage. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft de aanvraag afgewezen, omdat deze kosten volgens hen onder de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten vallen. Appellant had voor deze kosten moeten reserveren of kunnen lenen bij de Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die de kosten noodzakelijk maken. De Raad heeft echter geoordeeld dat de kosten voor de reparatie van de waterleiding als noodzakelijke kosten van het bestaan van een huiseigenaar moeten worden beschouwd en dat deze kosten in beginsel uit het inkomen moeten worden voldaan. De Raad heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de kosten rechtvaardigen voor aparte bijstandsverlening.
De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat het hoger beroep niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is openbaar gedaan op 11 februari 2020.