ECLI:NL:CRVB:2020:2984
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling re-integratie-inspanningen van werkgever in het kader van de Wet WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de re-integratie-inspanningen van appellante, een B.V., in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De rechtbank Rotterdam had eerder geoordeeld dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) terecht had besloten dat appellante onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht, wat leidde tot een loonsanctie. De Raad volgt de rechtbank in haar oordeel dat appellante niet adequaat heeft gehandeld in het tweede spoor van de re-integratie van haar werknemer, die sinds 1 juni 2015 ziek was. De arbeidsdeskundige van het Uwv had in zijn rapport van 31 juli 2017 duidelijk gemaakt dat de re-integratie-inspanningen van appellante niet voldeed aan de vereisten, en dat er onvoldoende prikkelende maatregelen waren genomen om de werknemer te stimuleren.