ECLI:NL:CRVB:2020:2979
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering op basis van arbeidsvermogen en geschiktheid van de taak ‘broodjesbeleggen’
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een Wajong-uitkering aan betrokkene, die epilepsie heeft. De aanvraag was door het Uwv afgewezen op basis van de conclusie dat betrokkene over arbeidsvermogen beschikte. De rechtbank Rotterdam had eerder het besluit van het Uwv vernietigd, omdat het niet had beoordeeld of betrokkene volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was op zijn achttiende verjaardag. Het Uwv stelde in hoger beroep dat de aanvraag aan de hand van de criteria van de Wajong 2015 moest worden beoordeeld, wat de Raad bevestigde. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had geconcludeerd dat betrokkene arbeidsvermogen had, ondanks zijn epilepsie. De Raad vond dat de geselecteerde taak ‘broodjesbeleggen’ passend was, mits er voldoende voorzieningen getroffen werden. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, verklaarde het beroep tegen het besluit van 8 juni 2016 ongegrond en veroordeelde het Uwv in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep.