Uitspraak
18 5016 PW, 18/5462 PW, 19/2866 PW
6 september 2018, 17/6816 (aangevallen uitspraak 1), van 7 augustus 2018, 18/757 (aangevallen uitspraak 2) en van 21 mei 2019, 18/5213 (aangevallen uitspraak 3)
PROCESVERLOOP
P.T.F.A. de Boer en drs. A.J.M. Schakenraad.
OVERWEGINGEN
29 september 2015 (14/7884, 15/1937 en 15/2029), waarbij onder meer is overwogen dat appellant vanaf 1 juni 2010 op geld waardeerbare werkzaamheden verrichtte, bevestigd.
15 september 2017, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 27 november 2017 (bestreden besluit 1), de bijstand van appellant en zijn echtgenote met ingang van 19 september 2017 te beëindigen en over de periode van 2 mei 2017 tot 18 september 2017 in te trekken. Aan de besluitvorming heeft het college ten grondslag gelegd dat appellant niet heeft gemeld dat hij op geld waardeerbare werkzaamheden in het garagebedrijf van zijn zoon heeft verricht als gevolg waarvan het recht op bijstand niet meer kan worden vastgesteld.
15 november 2017 (datum afwijzend besluit).
13 maart 2018 (datum afwijzend besluit).