Uitspraak
18 4822 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
8 september 2010, vast staat dat op dat moment de hier in geding zijnde huurschuld nog niet bestond. Deze huurschuld kan immers niet eerder dan na aanvang van de huurovereenkomst in november 2010 zijn ontstaan. Op het moment van het ontstaan van de huurschuld beschikte appellant over voldoende middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. Daarmee staat ook vast dat appellant over de middelen beschikte om de huur te voldoen. Dat het college het naar aanleiding van de aanvraag om bijstand verstrekte voorschot van € 200,- direct heeft verrekend tijdens de eerste twee uitkeringstermijnen doet aan het voorgaande niet af. Met deze verrekening is immers slechts niet nogmaals uitbetaald wat door hem eerder al was ontvangen.