Uitspraak
19 2626 ZW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
21 februari 2017 ongegrond verklaard. Het hiertegen ingestelde beroep is ongegrond verklaard.
ZW-beoordeling niet behoeven te worden vastgelegd in een (nieuwe) Functionele Mogelijkhedenlijst om tot een zorgvuldige beoordeling te komen. Wat betreft de inhoudelijke beoordeling heeft de rechtbank geoordeeld dat de geschiktheid van appellante voor de maatgevende arbeid, zijnde eenvoudig en routinematig werk dat licht fysiek en mentaal niet belastend is, op overtuigende wijze is gemotiveerd. Bij de functies is sprake van deeltijd werk, waardoor de verminderde beschikbaarheid van vier uur per week geen problemen oplevert. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft voldoende inzichtelijk en overtuigend toegelicht waarom de behandelaar GGZ-arts H. Knegtering niet kan worden gevolgd in het standpunt dat het verrichten van de werkzaamheden in de maatgevende arbeid schadelijk zou zijn voor appellante haar gezondheid of contraproductief zou zijn voor de behandeling. Wat betreft de door appellante in beroep ingebrachte psychiatrische expertise van psychiater I.S. Hernandez-Dwarskasing van 5 februari 2019, waarin appellante aanvullend beperkt wordt geacht op het gebied van verdelen van aandacht en concentreren van aandacht, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd dat in de maatgevende arbeid geen beroep wordt gedaan op de items concentreren en verdelen van de aandacht.