ECLI:NL:CRVB:2020:2549
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand op basis van extreem laag waterverbruik en schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Appellant ontving sinds 27 maart 2013 bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden heeft na een rechtmatigheidsonderzoek, dat werd ingesteld naar aanleiding van anonieme meldingen over de woonsituatie van appellant, besloten om de bijstand van appellant in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen. Dit besluit was gebaseerd op de bevindingen dat appellant niet zijn hoofdverblijf had op het uitkeringsadres, wat werd ondersteund door extreem laag waterverbruik op dat adres.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat het college niet bevoegd was om het onderzoek in te stellen en dat het vertrouwensbeginsel is geschonden. De Raad heeft echter geoordeeld dat het college wel degelijk bevoegd was om onderzoek te doen en dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van toezeggingen of uitlatingen van het college die een beroep op het vertrouwensbeginsel rechtvaardigen. De Raad heeft vastgesteld dat het waterverbruik op het uitkeringsadres extreem laag was, wat de conclusie ondersteunt dat appellant daar niet zijn hoofdverblijf had. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellant afgewezen.