ECLI:NL:CRVB:2020:2442
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van belastingteruggave in het kader van bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellante, die sinds 2 januari 2014 bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet (PW), had een belastingteruggave van € 3.163,- ontvangen over het jaar 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel heeft deze teruggave als inkomen aangemerkt en een bedrag van € 3.163,- teruggevorderd. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de belastingteruggave niet als inkomen, maar als vermogen moet worden beschouwd, omdat deze betrekking heeft op een periode waarin zij geen bijstand ontving. De Raad heeft echter geoordeeld dat de belastingteruggave, die betrekking heeft op loonheffingen over het jaar 2015, terecht als inkomen is aangemerkt. De Raad heeft daarbij verwezen naar de relevante artikelen van de PW, die bepalen dat alle vermogens- en inkomensbestanddelen tot de middelen worden gerekend. De Raad heeft vastgesteld dat appellante in het gehele jaar 2015 bijstand heeft ontvangen, waardoor de teruggave als inkomen in aanmerking moet worden genomen.
De Raad heeft de argumenten van appellante verworpen en geconcludeerd dat het college de teruggave terecht als inkomen heeft aangemerkt. De aangevallen uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en het hoger beroep van appellante is afgewezen.