ECLI:NL:CRVB:2020:2239
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buiten behandelingstelling aanvraag bijstandsverlening wegens onvolledige gegevensverstrekking
In deze zaak heeft appellante op 11 januari 2018 een aanvraag om bijstand ingediend op grond van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft appellante verzocht om voor de behandeling van de aanvraag noodzakelijke informatie, waaronder bankafschriften van haar en haar minderjarige kinderen, te verstrekken. Appellante heeft niet alle gevraagde bankafschriften tijdig en volledig ingeleverd, wat heeft geleid tot een besluit van het college om de aanvraag buiten behandeling te stellen op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep is gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 22 september 2020 geoordeeld dat het college terecht gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om de aanvraag buiten behandeling te stellen. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet alle gevraagde bankafschriften heeft verstrekt en dat deze gegevens essentieel zijn voor de beoordeling van haar financiële situatie en het recht op bijstand. De Raad heeft ook overwogen dat de door appellante aangevoerde gronden niet voldoende zijn om te concluderen dat het college onterecht heeft gehandeld. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.