ECLI:NL:CRVB:2020:1770
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake functietoewijzing binnen de Koninklijke Marechaussee
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 augustus 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die werkzaam is als [functie 1] binnen de Brigade [naam Brigade] van de Koninklijke Marechaussee. Appellant had zijn belangstelling kenbaar gemaakt voor de functie van [functie 2] bij de afdeling [afdeling] van dezelfde brigade. Echter, hij werd niet uitgenodigd voor een selectiegesprek en kreeg op 13 april 2018 te horen dat de Commandant de functie niet aan hem had toegewezen. Dit besluit werd later door de rechtbank Den Haag ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep ging.
De Raad oordeelde dat appellant niet voldeed aan de functie-eisen zoals gesteld in het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR). De Raad bevestigde dat het hanteren van functie-eisen in het belang van de organisatie niet onredelijk is en dat er geen sprake was van leeftijdsdiscriminatie. De Raad benadrukte dat de beslissing tot functietoewijzing berust op een discretionaire bevoegdheid en dat de toetsing door de bestuursrechter terughoudend is. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak werd gedaan door rechter C.H. Bangma, met M. Stumpel als griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.