ECLI:NL:CRVB:2020:1558
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Eervol ontslag wegens volledige ongeschiktheid voor de vervulling van de functie door ziekte en de toepassing van artikel 3:49 van de Awb
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die sinds 1 april 1996 werkzaam was bij de gemeente Amstelveen, was per 30 december 2013 arbeidsongeschikt geraakt na een verkeersongeval. Het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen verleende appellant op 9 februari 2016 eervol ontslag op grond van volledige ongeschiktheid voor de vervulling van zijn functie wegens ziekte. Dit besluit werd in een later stadium door het college bevestigd, maar appellant ging hiertegen in beroep.
De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellant ongegrond en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank oordeelde dat het college niet in strijd had gehandeld met artikel 3:49 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) door in het bestreden besluit te volstaan met een verwijzing naar het advies van de commissie voor de bezwaarschriften. Appellant stelde dat het college niet had voldaan aan zijn re-integratieverplichtingen, maar de rechtbank oordeelde dat het Uwv had vastgesteld dat het college aan deze verplichtingen had voldaan.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn argumenten, maar de Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om het ontslag te verlenen en dat er geen aanleiding was voor schadevergoeding, aangezien het bestreden besluit niet onrechtmatig was. De Raad benadrukte dat appellant zijn grieven over de re-integratie-inspanningen van het college eerder had moeten aanvoeren in een procedure tegen het besluit van het Uwv.