Uitspraak
19 2071 WIA-PV
PROCESVERLOOP
BESLISSING
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Hiertoe heeft de rechtbank vastgesteld dat in het kader van het hoger beroep van appellant in de procedure 15/3325 WIA (uitspraak van 3 april 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:1148) op verzoek van de Raad door psychiater dr. M.J.A. Tijssen op 29 juni 2018 een rapport is opgesteld en op 19 oktober 2018 een nadere reactie door deze deskundige is gegeven. De bevindingen van de deskundige zijn ook van toepassing op de datum in geding in onderhavige procedure, 24 augustus 2017. Uit het deskundigenrapport van 29 juni 2018 blijkt dat bij appellant sprake is van een aanpassingsstoornis met depressieve kenmerken en vermoedelijk ook sprake is van een persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig is geweest en dat er geen reden bestaat om aan te nemen dat de mogelijkheden en beperkingen van appellant op onjuiste wijze in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 12 juli 2017 zijn neergelegd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapporten van 2 februari 2018 en 26 november 2018 op basis van eigen onderzoek, de informatie van de neuroloog en de orthopedisch chirurg en het deskundigenrapport van psychiater Tijssen gemotiveerd dat in de FML van 12 juli 2017 met de lichamelijke en psychische klachten van appellant voldoende rekening is gehouden. Ten aanzien van de psychische klachten heeft hij verder aangegeven dat er geen aanleiding is om beperkingen in rubriek 1 van de FML, persoonlijk functioneren, op te nemen, omdat er geen sprake is van een ernstige psychische stoornis en er onvoldoende aanwijzingen zijn voor een persoonlijkheidsstoornis in engere zin. Ook volgt de rechtbank de conclusie van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat de geduide functies geschikt zijn voor appellant. Het Uwv heeft deze functies aan de schatting ten grondslag kunnen leggen.