ECLI:NL:CRVB:2019:992
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake renteconversie na verzelfstandiging gemeentelijke dienst
In deze zaak gaat het om hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland, waarbij de verzoeken van appellanten om renteconversie zijn afgewezen. Appellanten, die voorheen ambtenaren waren bij de gemeentelijke dienst [dienst], zijn per 1 januari 1997 overgegaan naar de naamloze vennootschap [NV] als gevolg van de verzelfstandiging van de dienst. Bij de overgang is hen meegedeeld dat de Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Amersfoort (ARGA) ook van toepassing zou zijn op hun nieuwe aanstelling. Appellanten hebben in 2015 een verzoek om renteconversie ingediend, maar dit verzoek is door het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort afgewezen, met het argument dat zij geen ambtenaren meer waren en derhalve niet in aanmerking kwamen voor renteconversie.
De rechtbank heeft de beroepen van appellanten ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep geoordeeld dat het college de verzoeken om renteconversie ten onrechte heeft afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat de garantie van behoud van de materiële rechtspositie van de medewerkers bij de overgang naar de [NV] ook de mogelijkheid van renteconversie omvatte. De Raad heeft de aangevallen uitspraken vernietigd en de verzoeken om renteconversie alsnog toegewezen, waarbij het college is veroordeeld in de kosten van appellanten.
De uitspraak is gedaan op 7 maart 2019 door de Centrale Raad van Beroep, waarbij de Raad zelf in de zaak heeft voorzien en de eerdere besluiten van het college heeft herroepen.