ECLI:NL:CRVB:2019:604
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid van appellante met psychische klachten
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar WIA-uitkering beëindigde. Appellante, die als schoonmaakster werkte, had zich in 2011 ziek gemeld met psychische klachten. Na een heronderzoek door het Uwv, waarbij verschillende deskundigen betrokken waren, werd vastgesteld dat haar arbeidsongeschiktheid minder dan 35% was. Appellante betwistte deze conclusie en voerde aan dat haar klachten, waaronder een conversiestoornis, niet adequaat waren beoordeeld. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het deskundigenrapport zorgvuldig was en dat het Uwv toereikend had gemotiveerd dat de belasting van de geselecteerde functies haar belastbaarheid niet overschreed. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en legde het Uwv de proceskosten op.