In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. Appellant had een scholingsvoucher aangevraagd om een opleiding Digital Marketing te volgen, maar het Uwv heeft deze aanvraag afgewezen omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarden. De Raad oordeelt dat appellant geen recht heeft op de scholingsvoucher, aangezien hij op het moment van de aanvraag een Wajong-uitkering ontving en niet geregistreerd stond als werkzoekende met een IOW- of WW-uitkering. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak, met verbetering van gronden. De Raad oordeelt dat het Uwv de afwijzing van de aanvraag terecht heeft gemotiveerd, en dat er geen ruimte is voor een belangenafweging. Het verzoek van appellant om schadevergoeding wordt afgewezen, maar het Uwv wordt wel veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant, die in totaal € 58,20 bedragen. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden die gelden voor het verkrijgen van een scholingsvoucher en de noodzaak voor het Uwv om deze voorwaarden te handhaven.