Uitspraak
16.4081 WWB, 17/2078 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
besluit voor zover de boete is vastgesteld op € 20.450,-;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die sinds 5 juni 2000 bijstand ontvingen op basis van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht heeft, na onderzoek naar onroerend goed in Turkije dat op naam van appellanten staat, besloten de bijstand vanaf 21 oktober 2010 in te trekken en een bedrag van € 78.761,04 terug te vorderen. Dit besluit was gebaseerd op de schending van de inlichtingenverplichting door appellanten, die geen melding maakten van hun onroerende zaken in het buitenland.
Daarnaast is er een boete opgelegd van € 36.568,-, die later werd herzien naar € 20.450,-. De rechtbank Midden-Nederland verklaarde de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond. In hoger beroep hebben appellanten de uitspraken van de rechtbank bestreden, met als argument dat het risicoprofiel dat door het college is gehanteerd ongeoorloofd discriminerend is. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college een rechtmatig onderscheid heeft gemaakt, maar dat de hoogte van de boete niet in verhouding staat tot de draagkracht van appellanten. De Raad herroept de eerdere besluiten en stelt de boete vast op € 1.758,08, waarbij het college wordt veroordeeld in de kosten van appellanten.