ECLI:NL:CRVB:2019:4185
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Wajong-uitkering en arbeidsvermogen na medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uwv om haar geen Wajong-uitkering toe te kennen. Appellante, geboren in 1994, had zich na een auto-ongeluk in 2010 ziek gemeld en had in 2013 een aanvraag voor arbeidsondersteuning ingediend. Het Uwv concludeerde dat zij in staat was om meer dan 75% van haar maatmaninkomen te verdienen, en wees haar aanvraag af. Appellante heeft in 2015 opnieuw een aanvraag ingediend, waarbij zij nieuwe medische gegevens over psychische klachten aanvoerde. Het Uwv heeft deze aanvraag afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een andere conclusie rechtvaardigden. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, en appellante heeft hoger beroep ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak bevestigd, o.a. omdat de psychische klachten van appellante niet relevant waren voor de beoordeling van haar arbeidsvermogen op het moment van de eerste aanvraag. De Raad oordeelde dat er geen reden was om een deskundige te benoemen, en dat de eerdere medische beoordelingen van het Uwv correct waren. Het verzoek van appellante om schadevergoeding werd afgewezen.