Uitspraak
17.7309 WIA
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van de renteschade af.
Centrale Raad van Beroep
Op 18 december 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de WIA-uitkering van appellante. De zaak betreft de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante, die door het Uwv was vastgesteld op 80 tot 100%. Appellante was met ingang van 1 februari 2019 in aanmerking gebracht voor een IVA-uitkering. Tot die datum ontving zij een uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. De Raad oordeelde dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvond, omdat appellante geen procesbelang had. Dit werd onderbouwd met de overweging dat de uitkomst van het hoger beroep voor appellante niet tot een financieel of anderszins gunstiger resultaat kon leiden, aangezien haar uitkering al was vastgesteld op basis van de geldende regels. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door H.G. Rottier, met R.H. Koopman als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.