Uitspraak
19.1247 AWBZ, 19/1251 AWBZ
1 februari 2019
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de besluiten van Salland Zorgkantoor B.V. van 1 februari 2019. De zaak betreft de vaststelling van de persoonsgebonden budgetten (pgb) van betrokkene en appellante over de periode van 1 januari 2014 tot en met 13 augustus 2014, die door het zorgkantoor op nihil zijn vastgesteld. Het zorgkantoor heeft deze beslissing genomen omdat er geen verantwoordingsformulieren zijn ontvangen met betrekking tot de geleverde zorg in 2014. Hierdoor kon het zorgkantoor niet vaststellen of er zorg is verleend of betalingen zijn gedaan voor de geleverde zorg. Betrokkene en appellante hebben in beroep aangevoerd dat het zorgkantoor hen in een onmogelijke positie heeft gebracht door geen voorschotten te betalen, waardoor zij hun zorgverleners niet konden betalen en geen facturen konden opvragen. De Raad heeft overwogen dat de bestreden besluiten als vaststellingsbeschikkingen moeten worden aangemerkt en dat het zorgkantoor terecht heeft vastgesteld dat betrokkene en appellante niet hebben voldaan aan de verplichtingen die aan de pgb's zijn verbonden. De Raad heeft geconcludeerd dat betrokkene en appellante niet voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de gedeclareerde zorg daadwerkelijk is verleend en dat de zorg uit het pgb mag worden betaald. De beroepen zijn ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.