Uitspraak
18.4819 AW
17 juli 2018, 17/1827 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die in de functie van Operationeel Specialist B is geplaatst door de korpschef van politie. De appellant heeft betoogd dat hij in de referteperiode van 1 juli 2013 tot 1 juli 2016 onafgebroken tijdelijke werkzaamheden heeft verricht die voldoen aan de niveaubepalende elementen van de functie van Operationeel Specialist C. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld na een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die het beroep van de appellant ongegrond had verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant tot 1 mei 2011 werkzaam was in een op schaal 9 gewaardeerde functie en vanaf dat moment als Teamleider Informatieverwerking op schaal 10. De korpschef heeft in 2013 besloten om appellant over te plaatsen naar de functie van Operationeel Specialist B, gewaardeerd op schaal 10. De appellant heeft zijn belangstelling voor de functie van Operationeel Specialist C kenbaar gemaakt, maar de korpschef heeft hem niet in deze functie geplaatst.
De Raad heeft overwogen dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de referteperiode werkzaamheden heeft verricht die in overwegende mate voldoen aan de niveaubepalende elementen van de functie van Operationeel Specialist C. De overgelegde documenten en e-mailberichten ondersteunen zijn standpunt niet, aangezien veel van deze stukken dateren van voor de referteperiode. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigt.
De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, met A.A.H. Ibrahim als griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 december 2019.