ECLI:NL:CRVB:2017:1420

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
13 april 2017
Publicatiedatum
13 april 2017
Zaaknummer
16/4532 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning en overgang naar LFNP functie en de toepassing van de hardheidsclausule

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, vertegenwoordigd door mr. R. de Kamper, had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de korpschef van politie, waarbij de toekenning en overgang naar een LFNP-functie werd afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat de transponeringstabel (TPT) geen algemeen verbindend voorschrift is, maar dat er wel een zwaarwegende betekenis aan moet worden gehecht. De korpschef mag in beginsel volstaan met een verwijzing naar de TPT bij besluiten tot toekenning en overgang naar een LFNP-functie. De Raad oordeelt dat er geen grond is voor het oordeel dat de korpschef niet had mogen nalaten toepassing te geven aan de hardheidsclausule van de Regeling overgang naar een LFNP functie. De Raad bevestigt dat de hardheidsclausule niet bedoeld is om de uitgangspositie van een politieambtenaar te corrigeren. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

16/4532 AW
Datum uitspraak: 13 april 2017
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van
19 mei 2016, 14/3446 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de korpschef van politie (korpschef)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. R. de Kamper hoger beroep ingesteld.
De korpschef heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 maart 2017. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. De Kamper. De korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. V. de Kruijf-Stellaard en R.M.M. Paulssen.

OVERWEGINGEN

1. Voor het kader en de van toepassing zijnde regelgeving betreffende dit hoger beroep verwijst de Raad naar zijn uitspraken van 1 juni 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:1550 en ECLI:NL:CRVB:2015:1663).
1.1.
Appellant was tot 1 mei 2011 werkzaam in een op schaal 9 gewaardeerde functie en vanaf 1 mei 2011 als [functie 1] (schaal 10). Voor het tijdvak
21 december 2009 tot 1 mei 2011 is de uitgangspositie van appellant voor de omzetting naar het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) vastgesteld op [functiegroep]. Vanaf 1 mei 2011 tot en met 31 december 2011 is die uitgangspositie bij aanvullend besluit van 31 augustus 2012 vastgesteld op [functie 1]. Deze besluiten zijn in rechte onaantastbaar geworden.
1.2.
Na een daarop gericht voornemen waartegen appellant bedenkingen heeft ingediend, heeft de korpschef ten aanzien van appellant bij besluit van 16 december 2013, voor zover hier van belang, besloten tot toekenning van en overgang naar de functie van [functie 2] (schaal 10) in het vakgebied [vakgebied] per 1 januari 2012. Het daartegen gemaakte bezwaar is bij besluit van 30 april 2014 (bestreden besluit) ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak is het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3.1.
Het hoger beroep is toegespitst op de toepassing van de hardheidsclausule. Appellant heeft evenals bij de rechtbank aangevoerd dat de korpschef niet had mogen volstaan met toepassing van de hardheidsclausule van artikel 5, vierde lid, van de Regeling overgang naar een LFNP functie (Regeling), maar ook had moeten toetsen aan het bepaalde in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellant heeft wederom gewezen op de bijzondere omstandigheden die in zijn geval aanleiding hadden moeten vormen om hem de functie van [functie 3] toe te kennen.
3.2.
De korpschef heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
4. De Raad komt naar aanleiding van wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd tot de volgende beoordeling.
4.1.
Aan het betoog van appellant dat artikel 4:84 van de Awb had moeten worden toegepast ligt de veronderstelling ten grondslag dat de transponeringstabel (TPT), die een bijlage is bij de Regeling, een beleidsregel is. De korpschef acht die opvatting onjuist. Voor het karakter van de TPT heeft de korpschef met name gewezen op de beschrijving van de Raad in de onder 1 genoemde uitspraken van 1 juni 2015 naar aanleiding van de vraag of de TPT voldoet aan de voorwaarden voor een algemeen verbindend voorschrift. De Raad moet dus in de eerste plaats beoordelen of de TPT een beleidsregel is.
4.1.1.
In de uitspraken van 1 juni 2015 heeft de Raad, voor zover hier van belang, kort samengevat het volgende overwogen. De TPT is door de werkgroep matching tot stand gebracht met toepassing van de regels uit de Regeling. In de TPT is behoudens toepassing van de hardheidscausule in incidentele gevallen de rechtspositie van iedere in de overgang naar het LFNP betrokken politieambtenaar op individueel niveau bepaald. De Raad heeft geconcludeerd dat de TPT geen algemeen verbindend voorschrift is, maar dat er wel een zwaarwegende betekenis aan moet worden gehecht. Van het resultaat van de werkzaamheden van de werkgroep kan in beginsel niet worden afgeweken. Bij de besluiten tot toekenning en overgang naar een LFNP-functie mag de korpschef in beginsel volstaan met een verwijzing naar de TPT. Het is aan de betrokken politieambtenaar om aannemelijk te maken dat de matching niet overeenkomstig de Regeling is geschied of dat het resultaat van de matching anderszins onhoudbaar is te achten.
4.1.2.
Bij vorenstaande overweging over de totstandkoming en betekenis van de TPT kan niet gezegd worden dat sprake is van een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan, welke begripsomschrijving in artikel 1:3 van de Awb voor de beleidsregel is vastgesteld. De TPT is dan ook geen beleidsregel als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb. Dit brengt mee dat een grondslag ontbreekt voor de toepasselijkheid van artikel 4:84 van de Awb.
4.2.
De Raad ziet geen grond voor het oordeel dat de korpschef bij appellant niet had mogen nalaten toepassing te geven aan de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Regeling. Zoals de Raad al meermalen heeft overwogen (zie de meergenoemde uitspraken van 1 juni 2015) is de hardheidsclausule niet bedoeld om alsnog de uitgangspositie van een politieambtenaar te corrigeren. Dat appellant door de ingangsdatum van de plaatsing als [functie 1] geen functieonderhoud kon aanvragen met toepassing van de Tijdelijke regeling functieonderhoud politie kan daar niet aan afdoen. Evenmin komt betekenis toe aan de verwachting van het diensthoofd B dat de functie van [functie 1] zwaarder zou blijken te zijn dan de formele schaal 10, waarop deze was gewaardeerd ten tijde van de plaatsing van appellant op die functie per 1 mei 2011. Ten slotte kan er ook niet aan voorbij worden gegaan dat het niet is komen vast te staan dat de functie van [functie 1], zoals door appellant uitgevoerd in de periode van mei 2011 tot 2013, van een zwaarder niveau was dan een schaal 10 functie. Er heeft immers geen herwaardering plaatsgevonden.
4.3.
Uit 4.1.2 en 4.2 volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
5. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van L.L. van den IJssel als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 13 april 2017.
(getekend) C.H. Bangma
(getekend) L.L. van den IJssel

HD