Uitspraak
17.3516 TW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen de bestreden besluiten I en II ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft de herziening en beëindiging van de Toeslagenwet (TW)-toeslag voor een Poolse migrant, die sinds 2008 in Nederland werkzaam is. Betrokkene had aanvankelijk een aanvraag ingediend voor een TW-toeslag, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag afgewezen op basis van het feit dat betrokkene niet op een adres in Nederland stond ingeschreven. Na inschrijving in de basisregistratie personen (brp) op 1 september 2016, werd de TW-toeslag alsnog toegekend, maar later weer beëindigd door het Uwv, omdat betrokkene volgens hen geen woonplaats in Nederland had.
De rechtbank oordeelde dat betrokkene ten tijde van belang in Nederland woonde, maar het Uwv ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van het Uwv overwogen, waaronder de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, en concludeerde dat betrokkene niet de intentie had om zijn normale woonplaats in Polen te verruilen voor Nederland. De Raad oordeelde dat de bestreden besluiten van het Uwv zorgvuldig waren genomen en dat er geen concrete aanwijzingen waren dat het centrum van de belangen van betrokkene in Nederland lag. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen de bestreden besluiten ongegrond.