ECLI:NL:CRVB:2019:3758
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit CAK inzake bestuursrechtelijke premie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een besluit van het CAK, dat op 29 juni 2018 is genomen, ter uitvoering van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 10 januari 2018. In die eerdere uitspraak werd het besluit van 10 februari 2015 vernietigd en het CAK opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen. De appellant had in zijn beroep aangevoerd dat het CAK ten onrechte een door hem betaald bedrag van € 400,- niet had meegenomen in de eindafrekening van de bestuursrechtelijke premie. De Raad heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het CAK met het bestreden besluit op juiste wijze uitvoering heeft gegeven aan de eerdere uitspraak. De Raad concludeert dat het CAK voldoende duidelijkheid heeft gegeven over de bedragen die appellant verschuldigd was en de betalingen die hij heeft gedaan. De grond van appellant dat hij daarnaast nog een bedrag van € 400,- heeft betaald, werd niet als voldoende onderbouwd beschouwd. De Raad verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.