Uitspraak
18.5154 AKW
30 augustus 2018, 18/613 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
[naam kind] .
20 december 2017 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. De Svb heeft geweigerd om appellante over het tweede en derde kwartaal van 2017 kinderbijslag toe te kennen. Daaraan heeft de Svb onder meer ten grondslag gelegd dat appellante aangewezen was op een bijstandsuitkering en geen woning heeft in Nederland, dat haar drie oudste kinderen nog op Curaçao wonen, dat appellante geen opleiding volgt, geen vrijwilligerswerk doet en geen lid is van een vereniging of geloofsgemeenschap. Van een duurzame band van persoonlijke aard was daarom nog geen sprake. Nadat het besluit van 14 juni 2017 was genomen heeft de Svb geconstateerd dat dit besluit niet juist is geweest. De Svb is direct op het besluit van
14 juni 2017 teruggekomen. Het besluit van 30 augustus 2017 is genomen voordat de kinderbijslag over het derde kwartaal van 2017 is uitbetaald.
10 februari 2017 het geval was, per 1 april 2017 en 1 juli 2017 (nog) geen sprake van een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland.
5 november 2010 (ECLI:NL:CRVB:2010:BO3352), moet het door de Svb ter zake gevoerde beleid aangemerkt worden als een buitenwettelijk, begunstigend beleid. Naar vaste rechtspraak dient een dergelijk beleid door de bestuursrechter terughoudend te worden getoetst. Dit houdt in dat de aanwezigheid en de toepassing van dat beleid als een gegeven wordt aanvaard met dien verstande dat wordt getoetst of een zodanig beleid op consistente wijze is toegepast.
BESLISSING
E.D. de Jong als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 8 november 2019.