ECLI:NL:CRVB:2019:3312
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake terugvordering AIO-aanvulling en eigendom landbouwgrond
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) om de AIO-aanvulling van appellant in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen. Appellant ontving sinds 1 februari 2008 bijstand van de Svb, maar er ontstond twijfel over zijn vermogen, met name over een perceel landbouwgrond in Turkije. De Svb had onderzoek laten verrichten naar de eigendom van deze grond, waaruit bleek dat appellant geregistreerd stond als eigenaar. Ondanks verzoeken om informatie over de grond, heeft appellant niet tijdig de gevraagde gegevens verstrekt. De Svb concludeerde dat appellant in strijd met zijn inlichtingenverplichting had gehandeld door de landbouwgrond niet te melden. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van appellant tegen de besluiten van de Svb ongegrond. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij niet over de landbouwgrond kon beschikken, omdat hij deze had overgedragen aan zijn zwager. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant in de relevante periode geregistreerd stond als eigenaar en dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.