ECLI:NL:CRVB:2019:3085
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.M.G. Hink
- E.C.G. Okhuizen
- P.J. Huisman
- Rechtspraak.nl
Herziening bijstandsverlening op basis van gegevens uit Suwinet en looninformatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 3 mei 2018. De zaak betreft de herziening van de bijstandsverlening aan appellante over de periode van 1 juli 2016 tot en met 30 september 2016. Het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg heeft de bijstand herzien op basis van gegevens van de Belastingdienst, verkregen via Suwinet, en looninformatie van twee werkgevers. Deze gegevens gaven aan dat appellante inkomsten had genoten die zij niet had opgegeven.
Appellante betwistte dat zij werkzaamheden had verricht voor werkgever X en stelde dat het college niet aannemelijk had gemaakt dat zij bij deze werkgever had gewerkt, omdat er geen salarisspecificaties beschikbaar waren. De Centrale Raad oordeelde echter dat het college in beginsel mag uitgaan van de juistheid van de gegevens in Suwinet, die zijn gebaseerd op de verplichte opgave van de werkgever. De Raad concludeerde dat de gegevens in Suwinet overeenkwamen met de looninformatie die het college had opgevraagd bij de werkgever.
De Raad oordeelde verder dat appellante geen bewijs had geleverd voor haar stelling dat de werkgever misbruik had gemaakt van haar persoonsgegevens. De gegevens uit Suwinet en de looninformatie maakten aannemelijk dat appellante in de beoordelingsperiode werkzaamheden had verricht en daaruit inkomsten had genoten. Aangezien appellante deze inkomsten niet had gemeld, had zij haar inlichtingenverplichting geschonden. Daarom bevestigde de Centrale Raad de beslissing van het college om de bijstand te herzien. Het hoger beroep van appellante werd afgewezen en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.