ECLI:NL:CRVB:2019:3061

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 augustus 2019
Publicatiedatum
25 september 2019
Zaaknummer
17/6723 WIA-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake griffierecht door de Centrale Raad van Beroep

Op 23 augustus 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 17/6723 WIA-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 23 mei 2019, waarin een kennelijke fout was vastgesteld. In de eerdere uitspraak was ten onrechte bepaald dat van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) een griffierecht van € 519,- werd geheven. De juiste hoogte van het griffierecht dient € 501,- te zijn.

De Raad heeft op 8 juli 2019 aan de betrokken partijen meegedeeld dat hij voornemens was de uitspraak te verbeteren. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. S.G.C. van Ingen, heeft geen bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen rectificatie. De andere partijen hebben binnen de gestelde termijn niet gereageerd, waardoor de Raad ervan uitgaat dat ook zij geen bezwaren hebben.

In de overwegingen van de uitspraak is de foutieve bepaling gecorrigeerd. De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak rectificatie verleend, waarbij het griffierecht nu correct is vastgesteld op € 501,-. De uitspraak is gedaan door de voorzitter B.J. van de Griend en de leden A.T. de Kwaasteniet en W.R. van der Velde, in aanwezigheid van griffier R.L. Rijnen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 23 augustus 2019.

Uitspraak

17/6723 WIA, 17/8074 WIA, 18/162 WIA, 18/2056 WIA-R
Datum uitspraak: 23 augustus 2019
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 13 mei 2019, 17//6723 WIA, 17/8074 WIA, 18/162 WIA, 18/2056 WIA
Partijen:
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)
[naam werkgever] te [plaatsnaam]
de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid)
PROCESVERLOOP
De Raad heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 23 mei 2019 een kennelijke fout bevat. Het betreft dat ten onrechte is bepaald dat van het Uwv een griffierecht wordt geheven van € 519,-. Het juiste bedrag moet zijn € 501,-.
De Raad heeft partijen bij brief van 8 juli 2019 meegedeeld voornemens te zijn de uitspraak te verbeteren.
In de brief van 8 juli 2019 is aan partijen meegedeeld dat zij binnen vier weken schriftelijk kunnen reageren op het voornemen van de Raad tot rectificatie van de uitspraak.
Namens betrokkene heeft mr. S.G.C. van Ingen bij faxbericht van 10 juli 2019 meegedeeld geen bezwaar te hebben tegen de verbetering van de uitspraak. De andere partijen hebben binnen de gestelde tijd niet gereageerd, zodat de Raad ervan uit gaat dat er ook bij deze partijen geen bezwaren bestaan tegen de voorgenomen rectificatie.

OVERWEGINGEN

In de laatste bepaling van de beslissing van de uitspraak staat vermeld:
- bepaalt dat van het Uwv een griffierecht ten bedrage van 519,-. wordt geheven.
Deze bepaling dient te luiden:
- bepaalt dat van het Uwv een griffierecht ten bedrage van 501,-. wordt geheven.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert de uitspraak 17/6723 WIA, 17/8074 WIA, 18/162 WIA, 18/2056 WIA van 23 mei 2019 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend als voorzitter en A.T. de Kwaasteniet en W.R. van der Velde als leden, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 augustus 2019.
(getekend) B.J. van de Griend
(getekend) R.L. Rijnen
IvR