ECLI:NL:CRVB:2019:2981
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de medische situatie van appellante en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 september 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, die eerder als lerares speciaal onderwijs werkte, heeft zich in 2011 ziek gemeld en ontving sindsdien een uitkering op grond van de Ziektewet. Het Uwv heeft in eerdere beoordelingen vastgesteld dat appellante in staat was om haar werk te hervatten, maar appellante betwistte deze conclusies en stelde dat haar medische situatie niet correct was ingeschat. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv de medische situatie van appellante heeft onderschat en ten onrechte heeft aangenomen dat zij in staat was om acht uur per dag te werken. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het Uwv opgedragen om de beperkingen van appellante opnieuw te beoordelen, rekening houdend met de bevindingen van een deskundige. Tevens is bepaald dat tegen de nieuwe beslissing van het Uwv slechts beroep kan worden ingesteld bij de Raad. De kosten van de rechtsbijstand zijn voor het Uwv, die in totaal € 3.158,95 bedragen.